UNETO-VNI, NEDEK en ISSO: toepassing NTA 8012 is niet meer vrijblijvend 3 Oktober 2007. UNETO-VNI, NEDEK en ISSO brengen tijdens de beurs Elektrotechniek '07 het belang van de NTA 8012 onder de aandacht. Zij zijn van mening dat deze Nederlands Technische Afspraak niet langer vrijblijvend kan worden toegepast als het gaat om brandveiligheid van technische installaties, zoals in gebouwen waar veel mensen samenkomen. Dit gezamenlijke standpunt is vastgelegd in de Position Paper Brandveilige Bekabeling, die onder het motto 'Bewustwording kweken en verantwoordelijkheden duiden' op 3 oktober '07 op de beurs wordt gepresenteerd. Tevens wordt op de beurs een nieuwe webtool gedemonstreerd, die het makkelijk maakt om op basis van de NTA 8012 de juiste kabels te kiezen. UNETO-VNI, NEDEK en ISSO werken al langer samen om de brandveiligheid in een aantal specifieke gebouwen onder de aandacht te brengen en te vergroten. Het betreft met name complexe gebouwen en gebouwen waar veel (weinig mobiele) mensen samenkomen. Daarbij wordt brandveiligheid vooral benaderd vanuit de keuze van de juiste elektriciteits- en datakabels. Aan de hand van de NTA 8012 en een (digitale) checklist kan worden beoordeeld of de toepassing van halogeenvrije kabel noodzakelijk is. Daarmee kan bij brand schadelijke rookontwikkeling worden beperkt die voor mensen schadelijk is bij inademing. Ook kan daarmee het ontstaan van corrosieve gassen worden voorkomen, zodat economische gevolgschade beperkt wordt. Nu benadrukken zij dat de toepassing van de NTA 8012 en de checklist past binnen de huidige beroepspraktijk en dus niet langer vrijblijvend kan zijn. Zonder goede argumentatie kunnen bouwers, adviseurs en uitvoerders niet van deze richtlijn afwijken. Doen ze toch, dan kan dat gevolgen hebben voor aansprakelijkheid in geval van keuring of calamiteiten. Zij poneren dit standpunt door op de beurs Elektrotechniek '07 de Position Paper Brandveilige Bekabeling te presenteren. Om het kiezen van de juiste kabels nog eenvoudiger te maken, hebben UNETO-VNI, NEDEK en ISSO een webtool ontwikkeld die eveneens op de beurs Elektrotechniek '07 wordt geïntroduceerd. Deze maakt het mogelijk om de analyse die in de NTA 8012 wordt voorgeschreven, op een makkelijke wijze te maken. Door het invoeren van specifieke projectgegevens geeft de webtool een advies over de toe te passen bekabeling. Het advies kan vervolgens in de vorm van een formulier worden gearchiveerd bij de projectgegevens. Checklist voor brandveilige bekabeling beschikbaar Maart 2006. Brandveilige bekabeling biedt veiligheid in élk bouwwerk. Niet alleen in gebouwen, maar bijvoorbeeld ook in tunnels. De materialen en methoden zijn ervoor beschikbaar. De NTA 8012 beschrijft de beoordelingsmethode voor de beperking van schade van en via elektrische leidingen in de elektrische installatie. Deze is nu samengevat in de Checklist Brandveilige Bekabeling, een gezamenlijk product van NEDEK en UNETO-VNI. De Checklist Brandveilige Bekabeling is bedoeld om in de plan- en ontwerpfase vast te stellen welke brandveilige bekabeling kan worden gekozen. Opgesteld volgens de NTA 8012, waarin de methode voor het maken van de kabelkeuze uitvoerig wordt toegelicht. De checklist is een probaat hulpmiddel. Niet alleen voor een adviesgesprek met de klant, maar ook voor de calculatie en de offerte. De brancheorganisaties NEDEK (kabelfabrikanten) en UNETO-VNI (installateurs) hebben samen met kennisinstituut ISSO al in oktober 2004 een convenant ondertekend om brandrisico's met betrekking tot de bekabeling effectief te bestrijden. Zij doen dit door informatie over de brandveiligheid van bekabeling en kabelkanalen te verzamelen en ter beschikking te stellen aan overheden en bouwpartners zoals architecten, constructeurs, adviseurs en installateurs. De Checklist Brandveilige Bekabeling is één van de effecten van die samenwerking. In moderne gebouwen vormen de grote hoeveelheden kabels een aanzienlijk brandrisico. Dit vanwege het grote volume kunststof en het feit dat kabels door alle compartimenten heen worden geïnstalleerd. Zelfs een kleine brand in de bekabeling, bijvoorbeeld ontstaan door overbelasting, kan grote gevolgen hebben. Via de kabels kan de brand zich verspreiden door het bouwwerk. Brandende kabelmantels produceren ook giftige rook en gassen. Dit kan risico's voor de mensen in het gebouw opleveren en grote schade aan het gebouw en de inventaris veroorzaken. Door in de ontwerpfase van nieuwbouw, verbouw of renovatie te kiezen voor de juiste kabels voor de gegeven situatie kan het risico tot een minimum worden beperkt. De kabelfabrikanten hebben voldoende soorten brandveilige en halogeenvrije kabels in hun leveringsprogramma's. In Nederland wordt halogeenvrije bekabeling die bij brand zeer weinig rook afgeeft nog weinig toegepast. In een aantal Europese landen wordt met meer verantwoordelijkheid gehandeld als het gaat om brandveilige installaties. Hier wordt in praktisch alle openbare of moeilijk te evacueren gebouwen of bouwwerken waar veel mensen komen halogeenvrije kabel toegepast. Opdrachtgevers en installateurs die brandrisico's serieus nemen zullen de Checklist Brandveilige Bekabeling dan ook standaard opnemen in hun overleg over de keuze van de bekabeling. De installateur is overigens verplicht om na te gaan of de meest recente versie van de NTA 8012 (een verdere invulling van bepalingen uit de NEN 1010) wordt toegepast. De checklist kan hier gratis gedownload worden. Een papieren versie kan besteld worden via de webshop van UNETO-VNI. NTA 8012 September 2003. Om het gebruik van brandveilige kabels in de NEN 1010 te borgen, heeft NEN vooruitlopend op gewenste aanpassing van het Bouwbesluit de NTA-norm (Nederlandse Technische Afspraak) 8012 uitgebracht. De NTA 8012 is bedoeld om schade als gevolg van brand van en via de elektrische leidingen in een elektrische installatie te beperken. In de NTA 8012 is een zogenaamde risicoanalyse opgenomen die installateur en opdrachtgever in staat stelt in een vroegtijdig stadium te kiezen voor de juiste kabel. Kijk voor meer informatie over de nieuwe norm op www.nen.nl. Tweede editie brochure April 2002. De tweede editie van de brochure 'Brandveiligheid van elektrische installaties en kabels' is verschenen. In deze uitgave wordt aangegeven in welke gevallen voor brandveilige kabels gekozen zou moeten worden, en waarom. Tevens worden praktische middelen aangereikt waarmee men direct aan de slag kan om bouwwerken brandveiliger in te richten. De tweede druk van de brochure is op een aantal punten aangepast en geüpdatet. Verder wordt in de brochure ingegaan op de voorbereiding van de NTA-norm (Nederlandse Technische Afspraak) die begin 2003 aan de NEN 1010 zal worden gekoppeld. Dit om vooruitlopend op de gewenste aanpassing van het Bouwbesluit de toepassing van brandveilige kabels in de NEN 1010 te borgen. U kunt de brochure 'Brandveiligheid van elektrotechnische installaties en kabels' in PDF-formaat downloaden. U kunt de brochure ook aanvragen per e-mail: h.deleur@uneto-vni.nl of per fax: (079) 325 15 31. Nieuwe brochure September 2001. De brochure 'Brandveiligheid van elektrotechnische installaties en kabels' is uit. Met deze brochure informeren UNETO-VNI en NEDEK betrokken partijen over ontwikkelingen op het gebied van brandveiligheid en elektrotechnische installaties. Er wordt ingegaan op middelen waarmee bouwwerken veiliger ingericht kunnen worden, ook bij renovatie. Het is zaak alle gebouwgebonden producten bij de discussie rondom brandveiligheid van bouwwerken te betrekken. UNETO-VNI en NEDEK streven daarom naar de oprichting van een platform brandveiligheid in de bouwsector. Ook dit wordt toegelicht in de brochure. U kunt de brochure 'Brandveiligheid van elektrotechnische installaties en kabels' in PDF-formaat downloaden. U kunt de brochure ook aanvragen per e-mail: h.deleur@uneto-vni.nl of per fax: (079) 325 15 31. Stappen ondernomen om regelgeving aan te passen Om het gebruik van brandveilige kabels in de NEN 1010 te borgen zal er, voortuitlopend op gewenste aanpassing van het Bouwbesluit, een NTA-norm (Nederlandse Technische Afspraak) aan de NEN 1010 worden gekoppeld. De NEC 64- groep die deze NTA-norm voorbereidt, heeft de uitgave van de norm gepland voor begin 2003. Inmiddels heeft UNETO-VNI acties ondernomen om brandveiligheidseisen onder te brengen in bestaande procescertificeringssystemen van installateurs, zoals KOMO-instal (BRL6001). RET haalt nu al profijt uit halogeenvrije kabel De Beneluxlijn wordt aangelegd tussen Hoogvliet en Schiedam-Centrum. Voor opdrachtgever RET was veiligheid en met name brandveiligheid een belangrijk criterium bij de uitvoering van dit project. Dit mede naar aanleiding van een recente tunnelbrand vlakbij het metrostation Delfshaven. RET besloot onder andere het hele traject van de Beneluxlijn uit te voeren met halogeenvrije kabel, niet alleen in de drie tunnels maar ook op het bovengrondse tracé. "Van die keuze hebben we nu al profijt", vertelt J.P. van Varik, directievoerder bij RET Infrastructuur en verantwoordelijk voor de elektrotechnische installaties, telecommunicatie en kabelwerken in het project Van Varik. Op 26 januari 2002 veroorzaakte een kraanvoertuig brand tijdens werkzaamheden in een van de tunnels van de Beneluxlijn, precies op een locatie waar veel kabelbundels liggen. "Diverse kabels werden door de brand beschadigd, maar de brand was snel onder controle, te meer omdat er geen giftige dampen aanwezig waren." Naderhand werd een beroep gedaan op Recomtec, een bedrijf dat de schade in de tunnel kwam opnemen en herstellen. "Er werd alleen vette roet vastgesteld; de elektrische installatie was niet aangetast door corrosieve gassen. Dus was de gevolgschade dankzij de toepassing van halogeenvrije kabel dit keer gering. Het bleef bij het schoonmaken van de installaties en het vervangen van de onderdelen die door de hitte waren beschadigd." De Beneluxlijn is zo'n twaalf kilometer lang, voert door drie tunnels en loopt bovengronds grotendeels verhoogd over viaducten. De heer J.P. van Varik weet uit eigen ervaring welke gevolgen een kabelbrand in een tunnel kan hebben. "Bij de tunnelbrand nabij het metrostation Delfshaven in oktober 1998 gingen conventionele kabels branden. Oorzaak was een brandende sigaret die in combinatie met zwerfvuil oversloeg naar de kabels." De kabels ontwikkelden enorm veel rook en hitte met alle bekende desastreuze gevolgen van dien. De brand was daardoor moeilijk te bestrijden. RET werd geconfronteerd met ernstige vervuiling en aantasting van installaties door chloor- en zwaveldampen. Gedurende drie dagen was gedeeltelijke exploitatie van de metrolijn onmogelijk. Ook diverse tunnelbranden in het buitenland trokken de aandacht bij RET, die dergelijke calamiteiten in de toekomst wilde voorkomen. Hoewel de Beneluxlijn toen al was aanbesteed, besloot RET maatregelen te nemen om de (brand)veiligheid van de Beneluxlijn te vergroten. Er werd een aantal wijzigingen in de bestekken doorgevoerd. Eén daarvan betrof de elektrotechnische installaties: er werd gekozen voor halogeenvrije kabel, niet alleen in de drie tunnels, maar ook voor het bovengronds tracé.